Hier vindt U een interessant artikel over de geschiedenis van EIKENBURG – DE ROOSTEN
Een presentatie Fons Spijkers, ALV 2012
De geschiedenis van onze wijk Eikenburg- De Roosten is niet los te zien van die van Eindhoven en Stratum. Het huidige stadsdeel Stratum was vóór 1920 een zelfstandige gemeente. De oudst bekende kaart waarop het gebied is afgebeeld, is een stadskaart van Eindhoven van Jacob van Deventer uit ca. 1560. Duidelijk is ten zuiden van de stad de dorpskern te zien. In het noorden van het dorp lagen akkers en weilanden en in het zuiden woeste gronden. Tot dan toe werd de bewoning en het grondgebruik vooral bepaald door het landschap: de beekdalen en zandruggen. Sporen van vroege bewoning in De Roosten zijn schaars.
Begraafplaats
Op het terrein van Eikenburg zijn ruim een halve eeuw geleden vuurstenen gereedschappen gevonden van de eerste boeren (de nieuwe steentijd). In dezelfde tijd zijn bij de aanleg van het huidige Floraplein overblijfselen van een prehistorische begraafplaats (een urnenveld) gevonden. Ook ligt er in het bos bij de begraafplaatsen een terrein dat is omgeven door een aarden wal die vermoedelijk is aangelegd als een boerenschans, waar bewoners bij onraad met hun have en goed hun toevlucht konden nemen. De ouderdom ervan is niet bekend.
Schapenteelt
Doordat de vroege landbouwers roofbouw pleegden op de grond hadden de meeste oerbossen in de middeleeuwen plaatsgemaakt voor uitgestrekte heidevelden. De heide werd in de middeleeuwen vooral gebruikt voor de schapenteelt. Die voorzag de textielnijverheid in de grote steden van het hertogdom in de behoefte aan wol.
Stadsrecht
Handel en nijverheid werden in de 13de eeuw gestimuleerd door de stichting van nieuwe steden, waaronder Eindhoven. In het Eindhovense stadsrecht van 1232 werden de inwoners van omliggende plaatsen verplicht hun waren in Eindhoven ter markt te brengen.
Potstal
Van landontginning was vóór 1800 in de dorpen slechts in beperkte mate sprake. Om de schrale grond geschikt te maken voor de akkerbouw moest het land worden bemest. Daartoe werd vee vooral op stal gehouden. Periodiek werd de mest uit de potstal op het akkerland gebracht. Op deze manier kon slechts een beperkt areaal worden ontgonnen.
Achter die Roest
In 1325 gaf hertog Jan III van Brabant de woeste gronden aangeduid als “de gemeynt” in gebruik uit aan inwoners van Eindhoven en Stratum. In 1474 werd een deel ervan verkocht “achter die roest”. De naam Roost betekent riet, wat erop duidt dat er zich in het gebied drassige plekken bevonden.
Prins van Oranje
Geleidelijk werden meer delen verkocht aan particulieren. Voor de verkoop van gronden was overigens toestemming nodig van de heer van het dorp, dat vanaf 1559 in bezit van de Prins van Oranje, die ook heer van Eindhoven was. De economische ontwikkeling van het gebied stagneerde lange tijd als gevolg van opeenvolgende oorlogen en na 1648 door de achtergestelde positie van het gewest als generaliteitsland.
Straatweg naar Luik
Pas in de 18de eeuw waren er tekenen van verbetering. Er werden nieuwe wegen aangelegd, die op het gebied van grote invloed zouden zijn. De weg die in de 17de eeuw al bekend was al Roost- of Roostenstraat werd verbeterd als postdijk naar Aalst. Belangrijker nog was de aanleg van de Aalsterweg als onderdeel van de straatweg van ’s-Hertogenbosch naar Luik. Met het project was men al in 1741 begonnen, maar het duurde nog tot 1818 voordat de hele straatweg was voltooid. Het was een tolweg met op bepaalde plaatsen tolhuis met een barrier (slagboom). Het gelijknamige café herinnert daar nog aan.
Jo Fens
Verder lagen er in het gebied enkele verspreide boerderijen, waaronder een hoeve die in de 17de eeuw bekend stond als de Nieuwe Hoef. In 1771 kwam deze in bezit van de Eindhovense koopman Peter van Dijck, die het omdoopte in De Roosten. Het kwam in 1802 in handen van de familie Janssen, raakte in 1851 versnipperd maar kwam uiteindelijk grotendeels in bezit van notaris Jo Fens. Hoewel de oude gebouwen zijn gesloopt is de vroegere structuur op het terrein nog wel herkenbaar. In 1907 liet Fens een nieuw buitenhuis bouwen door architect Geenen in chaletstijl. Het tuinontwerp was van de Belgische tuinarchitect J.T.B. Juchem.
Van der Beeken Pasteel
Een andere belangrijke ontwikkeling, die zich in de 19de eeuw voltrok was de landontginning. Dat was vooral te danken aan Michael Alexander Josephus van der Beken Pasteel. Hij was in 1816 getrouwd met Maria Aldegonda Smits, de dochter van de Eindhovense textielfabrikant Johannes Theodorus Smits. Deze had in 1805 het complex De Heihoef gekocht dat al in de 16de eeuw in shriftelijke bronnen voorkomt. Maria Aldegonda erfde het complex in 1832, maar het was vooral haar echtgenoot die zich inzette voor de exploitatie van de gronden in de omgeving. Van der Beken Pasteel zorgde tussen 1850 en 1860 voor grootschalige heideontginningen door bosaanplant, waarbij voor de ontwatering greppels moesten worden gegraven, die nog herkenbaar zijn als de rabatten. Rond de Heihoef liet hij verschillende boerderijen bouwen. De namen van de lanen op Eikenburg herinneren daar nog aan. De hoeve Voorbeek bestaat nog en ligt bij de latere villa van Smits van Oyen aan de Goorloop, aan de kant van Aalst. Moerbeek lag bij de Engelse tuin en werd gesloopt voor de A67. De hoeve Bijbeek werd later het restaurant van Animali.
Eikenburg
Jonkheer Van der Beken Pasteel overleed in 1864, zijn vrouw in 1879. Haar erfenis ging grotendeels naar de Eindhovense burgemeester Smits van Oyen, die het complex verkocht aan de Stratumse bierbrouwer Felix Keunen. Het landhuis werd in 1881 gekocht door uitgeweken Franse Redemptoristen. Naast het huis lieten zij een houten bijgebouw optrekken voor slaapzalen en een kapel. In 1894 werd het landhuis en daarna ook de rest van het complex van de Heihoef gekocht door de Broeders van Liefde, die in 1895 een nieuwe vleugel voor hun internaat lieten bouwen. In 1908 volgde een uitbreiding. Tussen 1923 en 1925 werd een nieuwe kapel, een schoolvleugel en het huidige broederhuis gebouwd volgens ontwerp van H.C. Bonsel. Aan de kant van de Roostenlaan liet Henri van Abbe op het terrein van Eikenburg in 1936 een mausoleum bouwen door architect Alexander Kropholler. Na zijn overlijden in 1940 werd hij hier bijgezet.
Watertoren
Aan de overzijde van de Aalsterweg was in 1903 een watertoren verrezen met gebouwen van het waterleidingbedrijf. De watertoren werd in 1970 vervangen door een nieuwe, die ontworpen was door W.G. Quist.
Aalsterweg
Verder had deze omgeving in het begin van de 20ste eeuw nog een landelijk karakter. Langs de Aalsterweg waren verschillende uitspanningen te vinden: Café ’t Fortuyn, Rozenstein, thuisbasis van het Stratums Muziekkorps, De Barrier en Veldwijk. Café Casino met het rijtje arbeiderswoningen uit 1908 herinnert hier nog aan. Aan het zuidelijk gedeelte van de Aalsterweg lagen ook buitenhuizen zoals de villa van Keunen, jeugdherberg De Wielewaal en boerderijen, zoals de hoeve Kortonjo en de Maple Farm (1911-1970). Verderop aan de Aalsterweg stond hotel Eikenburg dat in 1969 werd vervangen door een nieuw hotel, dat in 1994 werd verbouwd tot Oriëntal Greenhouse. Eikenoord aan de overzijde is een van de weinige panden die dateren van vóór de stadsuitbreidingen.
De omgeving veranderde na 1920. Sinds de 19de eeuw had Eindhoven te maken met industrialisatie en bevolkingsgroei. Die ontwikkeling kreeg een stroomversnelling door de komst van Philips. Omdat de stad en de omliggende gemeenten de groei niet op konden vangen, werden in 1920 de randgemeenten bij de stad gevoegd. Vanaf de jaren ’20 en ’30 verdween met de eerste stadsuitbreidingen geleidelijk de oude bebouwing langs de Aalsterweg. Rond 1930 verscheen aan de Roostenlaan de eerste woningbouw. Aan de oostzijde van de Aalsterweg kwam in 1930 het St. Josefziekenhuis. De keuze voor een lokatie buiten de stad was typisch voor de toenmalige opvattingen in de gezondheidzorg, waarbij aan frisse buitenlucht veel belang werd gehecht. Het ziekenhuis werd in 1932 officieel geopend.In de omgeving van het ziekenhuis werden kort vóór de tweede wereldoorlog de eerste woningen gebouwd aan de Pasteurlaan. In de dertiger jaren werd aan de westzijde van de Aalsterweg tussen 1930 en 1933 een sportpark aangelegd als werkverschaffingsproject. Daar kreeg ook EVV een eigen plek.
Floralaan
Intussen werd er gewerkt aan plannen voor grootschalige stadsuitbreidingen. In 1930 werd een nieuw uitbreidingsplan gemaakt door de bekende stedenbouwkundige J.M. de Casseres. Een stelsel van centuurbanen moest de stadsdelen beter ontsluiten en met elkaar verbinden. De Floralaan was een onderdeel van dit plan. De rotonde met de fontein vormt nog steeds de markante entree van Eindhoven vanuit het zuiden. In 1949 werd een grote landbouwtentoonstelling gehouden op een terrein waar nu de Floralaan West ligt.
Animali, Heihoef en begraafplaats
In 1951 werd vogelpark Animali geopend dat een bekende attractie werd, maar in 1993 zijn poort moest sluiten. Een deel van het vroegere ontginningsgebied maakte omstreeks 1954 plaats voor sportterreinen met accommodaties van Philips Sportaangelegenheden. Begin jaren zestig werden de algemene begraafplaats Stratum en de oorspronkelijk rooms-katholieke begraafplaats De Roostenhof aangelegd.
Leenderheide
De toenemende verkeersdruk na de oorlog maakte in de jaren zestig een ingrijpende verbetering van de infrastructuur noodzakelijk door de aanleg van autosnelwegen. In 1963 werd de A67 aangelegd met het knooppunt Leenderheide waar de Leenderweg op aansloot, en waarmee de wijk werd omsloten. Als gevolg hiervan vond ook een grenscorrectie plaats tussen de gemeenten Eindhoven en Aalst-Waalre, die in 1972 zijn beslag kreeg. Met de bebouwing van het terrein ten oosten van de Roostenlaan vanaf de zeventiger jaren kreeg de wijk zijn huidige omvang.
Voor meer leuke plaatjes met toelichting, klik hier.